Veelkleurigheid

Een leraar ging eens met zeven leerlingen een ochtendwandeling maken, terwijl de dauw nog over het land lag. Na enige tijd brak de zon door. De dauwdruppels schitterden dat een lieve lust was.

Bij een grote dauwdruppel liet de leraar halt houden. Hij schaarde de leerlingen zo rondom de druppel dat de zon erop bleef schijnen en vroeg toen:
‘Welke kleur heeft de druppel?’
‘Rood’, zei de eerste.
‘Oranje’, de tweede.
‘Geel’, de derde.
‘Blauw’, de vierde.
'Groen', de vijfde.                                                                               
‘Paars’, de zesde.
En de zevende zei: ’violet’.

Ze stonden verbaasd over de verschillen. Omdat ze er zeker van waren dat ze het goed zagen, kregen ze bijna ruzie.

Toen liet de leraar hen enkele keren van plaats verwisselen en ze zagen steeds een andere kleur. En heel langzaam drong het tot de leerlingen door dat zij – ondanks de verschillen van hun waarnemingen – toch allemaal de waarheid hadden gesproken.

En de leraar sprak: ‘Hoe je de waarheid ziet, hangt af van de plaats die je in het leven inneemt. Net zoals jullie zo-even een deel van het licht hebben gevonden en dat voor de volle waarheid aanzagen. Laat jullie medepelgrims in volle vrijheid hun eigen levensweg bewandelen, hun eigen plaats innemen en hun eigen deel van het licht waarnemen. Jullie hebben elkaars waarheden nodig, want alle tezamen vormen zij het werkelijke licht, de volle waarheid.

Totdat jezelf één van de groten bent geworden en de zeven kleuren in één kunt waarnemen, zul je bij iedere ‘ontdekking’, bij iedere ‘wedergeboorte’, iets kunnen leren en zul je bij grote veranderingen in je leven een ander standpunt innemen en de waarheid op een andere manier zien.

Wees daarom niet alleen tolerant – want dat is slechts het dulden van een andere mening – maar wees zelfs blij dat er andere meningen zijn.

Zolang jezelf nog niet het volle licht kunt zien, heb je medemensen nodig om de volle  waarheid te leren kennen.

Hindoestaans verhaal